Rapportering inzameling deel A

Evaluatie van de afvalinzameling van olie- en vethoudend scheepafval

Het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart is in 1996 in Straatsburg ondertekend en na ratificatie door alle Verdragstaten op 1 november 2009 van kracht geworden. Dit Verdrag legt de principes inzake inzameling en financiering van scheepsafval vast. Het algemene uitgangspunt van het Verdrag is dat de vervuiler de kosten draagt die verbonden zijn aan het inzamelen, het bewerken of verwerken van afval. Dit verdrag over een milieuverantwoorde inzameling van afvalstoffen afkomstig van de binnenvaart onderscheidt drie soorten afval :

  • Deel A: Olie- en vethoudend scheepsbedrijfsafval.
  • Deel B: Afval van lading: de ontvanger of de afzender van de lading is in principe verantwoordelijk voor het schoonmaken van de scheepsruimen of scheepstanks en gangboorden na lossing.
  • Deel C: Overig scheepsbedrijfsafval, zoals huishoudelijk afval, klein gevaarlijk afval en sanitair water.

Om te voldoen aan de verplichting van het Verdrag om een voldoende dicht netwerk uit te bouwen voor de inzameling van olie- en vethoudend scheepafval (deel A), werden opdrachten gelanceerd voor de inzameling van olie- en vethoudend scheepsbedrijfsafval voor de binnenvaart binnen de Haven van Gent, de Haven van Antwerpen en het ambtsgebied van nv De Scheepvaart en Waterwegen en Zeekanaal NV.

Met het oog op het optimaliseren van de afvalinzameling van deel A werd een evaluatierapport opgemaakt. Dit evaluatierapport geeft een overzicht van alle inzamelingen vanaf 01/06/2014 tot het einde van het jaar.